Awon & Phoniks: De ziel van doe-het-zelf hiphop
In een tijd waarin hiphop steeds vaker wordt gedreven door algoritmes, marketingcampagnes en hitlijsten, duikt er af en toe een duo op dat laat zien dat de essentie van de cultuur nog springlevend is. Awon & Phoniks vormen zo’n duo. Een rapper uit Virginia en een producer uit Maine die elkaar vonden via internet, maar samen een geluid hebben neergezet dat aanvoelt alsof het rechtstreeks uit de vroege jaren ’90 is getrokken. Hun verhaal is niet alleen dat van twee artiesten, maar ook van de kracht van de doe-het-zelfbeweging in hiphop.
Awon: de stem uit Virginia
Awon, voluit Antwan Wiggins, groeide op in Brooklyn maar vond zijn creatieve thuis in Newport News, Virginia. Zijn stem klinkt doorleefd, gedragen door invloeden uit het gouden tijdperk van hiphop. Vergelijkingen met grootheden als Rakim en Guru zijn hem niet vreemd: Awon rapt niet om te imponeren met snelle punchlines, maar om verhalen te vertellen die geworteld zijn in zijn eigen leven en de realiteit om hem heen.
Als performer stond hij al op het podium naast namen als Common, Little Brother, EPMD en Oddisee, maar zijn grootste kracht ligt in het bouwen van duurzame samenwerkingen die losstaan van de mainstream industrie.
Phoniks: de crate digger uit Maine
Aan de andere kant van de kaart groeide Phoniks (Ian McGinley) op in Portland, Maine. Waar Awon woorden vindt, zoekt Phoniks in stoffige platenbakken naar klanken: soulvolle jazz-samples, warme drums en subtiele scratches. Zijn productiestijl ademt nostalgie, maar klinkt tegelijkertijd fris en eigentijds.
In interviews benadrukt hij keer op keer dat zijn doel nooit was om de laatste trend te volgen, maar om terug te keren naar de essentie: boom bap met ziel. Zijn beats zijn geen decor, maar een volwaardige dialoogpartner voor Awons teksten.
Het begin van een gouden samenwerking
Het is bijna toevallig dat Awon en Phoniks elkaar in 2013 online ontmoetten. Ze stuurden bestanden heen en weer, en ontdekten dat hun stijlen naadloos in elkaar klikten. Het resultaat was het debuutalbum Return to the Golden Era. De titel was veelzeggend: dit was een bewuste keuze om terug te grijpen naar de fundamenten van hiphop, met beats en raps die eer bewezen aan de jaren ’90 maar tegelijk nieuw aanvoelden.
De samenwerking smaakte naar meer. Albums als Knowledge of Self (2015) en Nothing Less (2022) lieten zien dat dit geen eenmalig experiment was, maar een partnerschap dat zich verder verdiepte. De thema’s werden serieuzer, de productie rijker en de boodschap consistenter.
Samenwerkingen en het bouwen van een gemeenschap
Rondom hun muziek groeide ook een netwerk. Via hun label Don’t Sleep Records, dat ze samen oprichtten, gaven ze ruimte aan artiesten als Dephlow en Tiff the Gift. Hun tours brachten hen van kleine clubs in de VS tot podia in Europa, waar ze een loyale achterban opbouwden die hunkerde naar “echte” hiphop.
Ze stonden niet bekend om samenwerking met de allergrootste popnamen, maar juist om hun betrokkenheid bij de underground. Hun kracht ligt in het optillen van gelijkgestemde artiesten, niet in het najagen van sterrenstatus.
Doe-het-zelf hiphop in de praktijk
Misschien wel het meest inspirerende aan Awon & Phoniks is hun bijdrage aan de DIY-beweging in hiphop. In een tijd waarin veel artiesten afhankelijk zijn van grote labels en streamingplatforms, kozen zij voor onafhankelijkheid.
- Ze richtten hun eigen label op, zodat ze controle behielden over hun muziek en rechten.
- Ze gebruikten internet en e-mail om samenwerkingen op afstand mogelijk te maken, lang voordat dat de norm werd.
- Ze bleven consistent albums en projecten uitbrengen, waardoor ze geloofwaardigheid opbouwden binnen de underground.
- Ze creëerden een gemeenschap van gelijkgestemde artiesten en fans, waar muziek meer is dan een product: het is een cultuur, een gesprek, een levenshouding.
Hun verhaal laat zien dat succes in hiphop niet per se draait om miljoenen views of een plekje in de Billboard-top 10. Het gaat om authenticiteit, doorzettingsvermogen en trouw blijven aan de cultuur.
Conclusie
Awon & Phoniks zijn misschien geen household names in de mainstream, maar in de undergroundscène staan ze symbool voor iets groters: de mogelijkheid om onafhankelijk, creatief en authentiek te blijven in een industrie die vaak het tegenovergestelde vraagt. Hun muziek is een liefdesbrief aan de gouden tijd van hiphop, maar hun aanpak is volledig van deze tijd: DIY, onafhankelijk en met een community-first mentaliteit.
In hun beats en raps hoor je niet alleen twee artiesten, maar ook een overtuiging: dat hiphop, hoe commercieel ook geworden, altijd een plek zal hebben voor makers die het hart boven de cijfers plaatsen.
Reacties
Een reactie posten
Dank voor je bericht!