Ode aan de onderwaterwereld van Super Mario Bros.
In het rijk van pixels en dromen,
waar buizen poorten zijn naar andere werelden,
ligt diep verscholen, blauw en stil,
een koninkrijk van rust — en van gevaar.
Geen springplank of vuurspuwende planten hier,
maar gewichtloos glijden tussen luchtbellen,
zwevend als in een koele, vergeten droom
onder het wakende oog van bloedsnelle Cheep Cheeps.
De wateren zijn geen vijand, maar een beproeving,
waar zwaartekracht haar macht verliest,
en zelfs Mario moet zijn haast afleren —
voorzichtig duwend, stuwend, in een ritme van geduld.
En dan...
de muziek.
Een melodie zo dromerig en helder,
alsof de noten zelf belletjes zijn,
die opstijgen naar het oppervlak
van een 8-bit oceaan.
Een bubbelend walsje,
lichtvoetig maar mysterieus,
alsof Koji Kondo zelf met een snorkel
tussen de koraalriffen componeerde.
Het lied zweeft als zeewier in de stroom
en brengt zelfs in spanning een vleugje vrede.
En terwijl pijlen van inkt en tanden je belagen,
blijft de magie intact.
Want in deze blauwe krochten
waar stilte zingt en tijd vertraagt,
vindt Mario zijn weg — en wij,
een stukje nostalgie dat nooit vergaat.
Reacties
Een reactie posten
Dank voor je bericht!